RECENSIES / REVIEWS


 

(concert Kathedraal te Chartres, 2 november 1990)

En effet Aart de Kort alla rejoindre les grandes orgues lors d'une improvisation sur Lux Aeterna. Moment puissant révélant le talent de jeune Hollandais. (M.L. in La République du Centre)

(concert St. Pierre, Chartres, 11mei 1991)

Samédi, nous avons retrouvé, pour notre plus grand plaisir. l'organiste Aart de Kort qui s'est montré aussi à l'aise dans des pages de Boelly, Saint-Saens, Hendrik Andriessen ou A. de Klerk. Son jeu, à la fois puissant et nuancé, léger ou profond, semblait se jouer des difficultés techniques. C'était particulèrement évident dans le concerto pour orgue et orchestre de Klerk. (Yves Bastide in L'Echo)

In het Riegerbouwpakket van de St. Franciscus te Wenen / In the Rieger Kit in St. Franciscus Vienna

(concert Hartebrugkerk te Leiden, 30 augustus 1996)

De derde fresco van Klement Slavicky (1910) is een verrassend stuk, het zou vaker uitgevoerd moeten worden. (....) Hier komen Aart de Kort én het orgel verreweg het meeste tot hun recht. Kleurrijk en dynamisch schildert De Kort deze fresco tot de laatste twee gloedvolle vegen in twee hevige slotakkoorden. (Lidy van der Spek in Leidsch Dagblad)

 

(concert met Quattro Stagioni te Den Haag (Haags Kamerkoren Festival), 29 september 1996)

Vocaal Ensemble Quattro Stagioni zorgde voor de verrassing van de middag. Geconcentreerd, solide en onmiskenbaar muzikaal werd werk gebracht van John Rutter, maar ook de Missa cum Nomine, een gloednieuwe opmerkelijke compositie van dirigent Aart de Kort. (Marieke Stoel in Haagsche Courant)

 

(concert St. Catharijnkerk, Brielle, 21 december 1996)

Een aparte vermelding verdient hierbij het lied Nato Nobis Salvatore, dat speciaal voor Voorne's Dameskoor werd gecomponeerd door Aart de Kort. (....) Tijdens de repetitie, waar we middenin vielen, konden we al constateren wat een prachtig en origineel werk dit lied is. Heel nieuw en toch met een traditionele gedragenheid. (C.Q. in Weekblad Oostvoorne)

 

(concert Hartebrugkerk Leiden, 14 juni 1997)

De organist/componist Aart de Kort staat centraal in het laatste programma-onderdeel, waar hij drie eigen werken ten gehore brengt. Het uitstekende Noordhollands Koperkwartet speelt in het "Paaspostludium" de engelen uit de hemel met felle, schrille en toch heerlijk in 't gehoor liggende harmoniëren. (....) Daar danst en springt het orgel met een ferme melodie doorheen in het Siciliano. De strijkersklank van kamerorkest Leiden Sinfonietta begint heel fragiel en doorschijnend in het Concert voor orgel en strijkorkest, even verzwaard door de celli. In het Allegro met zijn snelle zestiende nootjes, pittig ritme vol accenten, prettig schurende samenklanken (....). (Lidy van der Spek in Leidsch Dagblad)

 

(improvisatieconcours Haarlem, 9 juli 1998)

Een opvallend goede prestatie leverde de Nederlander Aart de Kort. (....) Hij durfde het aan om het ostinato in één registratie, als een trio te spelen, zonder fratsen en zonder bijzondere effecten. Deze stilistisch consequente improvisatie, die aan Hindemith deed denken, klonk als een ware compositie; zoiets lukt een improvisator lang niet altijd. Ook zijn scherzo werd gekenmerkt door evenwicht en eenheid in stijl. (Christo Lelie in Trouw)

 

(concert Abteikirche St. Peter/Schw.W., 2 augustus 1998)

Keine Frage, er ist ein fähiger Improvisator: Aart de Kort. (....) Sein Talent zum Stegreifspiel bewies er gleich zu Beginn mit einer kräftigen, rhytmisch pointierten Battaglia. Mehr Eindruck aber machten noch die Variationen uiber (....) Salve Regina. Der Gast aus den Haag harmonisiert mit einem ganz leicht modernen Touch; überdies hat er ein Gespür für Formen und Farben. (Johannes Adam in Badische Zeitung)

 

(concert St. Servatiuskerk te Schijndel, 13 juni 1999)

Aart de Kort improviseerde in vier delen over Mozarts Eine Kleine Nachtmuziek en hij deed dat met veel fantasie, goede smaak en veel gevoel voor het karakter van het Schijndelse instrument. Ontroerend was het tweede deel, dat de melancholieke sfeer ademde zoals die ook in de orgelkoralen van Schumann en Brahms kan voorkomen. Een prachtig voorbeeld van hoe een organist meesterlijk aan kan sluiten bij het karakter van de registers van een orgel. (....) kenmerkend voor alle vier delen was, dat ze als een huis stonde: zo en niet anders. Wat dat betreft kreeg je, als je niet beter wist,  de indruk dat het genoteerde stukken waren. (.....) Bachs Fantasia in G (BWV 572) bijvoorbeeld werd ook als in een streek neergezet. De drie delen waar het stuk uit bestaat, sloten naadloos aan elkaar: De Korts spel was zeker, krachtig, recht door zee en toch genuanceerd. (....) alles bij elkaar bewees De Kort een organist van formaat te zijn en toonde het Smits-orgel zich van zijn allermooiste kant. (Angeline Augustus in Brabants Dagblad)

(concert St. Martinuskerk te Sneek, 13 mei 2002)

Een improvisator pur sang, deze Aart de Kort, die er tot slot in slaagde alle thematische ingrediënten fugatisch te verenigen. Oud-docent Klaas Bolt zou tevreden zijn. Ook als repertoire-organist staat De Kort zijn mannetje. De Toccata's klonken trefzeker en ook het vocale aspect van delen als Chant de Mai (Jongen) en Aria (Peeters) kwamen voldoende uit de verf. (Oene Nijdam in Leeuwarder Courant, 14 mei 2002)

(recital St. Vaast, Hondschoote, 7 octobre 2008)

Difficulté supplémentaire pour l órganiste:prendre connaissance de l’instrument qui n’est pas le sien. Aart de Kort compare l’orgue á une femme avec ses mystères et ses caprices “celui d’Hondschoote est très caractéristique , agréable á travailler, c’est une belle mécanique” . La prevue, Aart l’a donnée en jouant A la claire fontaine (pas celles de Georges Brassens!): ine improvisation que personne n’est prête d’oublier. (La Voix du Nord)

(n.a.v. uitgave door Carus Verlag van 14 Improvisationen für Orgel)

"Here, in effect, is a plain and easy, highly atmospheric, compositionally skillful primer on harmonic impressionism. Most of the pieces are just a page or two, for one or two manuals and non-obbligato pedal, with simple registrations throughout, and yet there are interesting, creative touches in almost every piece. Many of the titles--Arioso, Recitative, Chorale, Thirds, Fifths, Toccata, Fanfare, Duo, etc.--show an obvious didactic leaning, and these are forms and techniques that every aspiring improviser needs to cultivate. The composer is a cathedral organist in Rotterdam, an avowed improviser who, in a slim volume, has generously covered many bases. It would be interesting if he were to offer a sequel devoted to contrapuntal forms and techniques--which do not figure here at all--and to know whether his approach in that case would be primarily linear or tonal." (Frank Morana in The American Organist)

(n.a.v. CD op het orgel van de Rotterdamse kathedraal)

"This versatile instrument is unique. Its many 8' voices, French reeds and other colorful reeds and flutes possess dinstinctive character, while the ensembles are vibrant, blessed by a six-second reverberation.
Aart de Kort is a fine musician with excellent technique and abundant interpretive abilites. His program of lesser-known Romantic gems includes his own succesfull transcriptions of three appealing works: Reger's Aria, Gounod's Offertoire from the Messe Solennelle and Saint-Saëns Menuet from the Op. 65 Septet. Dutch works include a sturdy Toccata by Jan Nieland and three of the Acht Characterstücke by Gerard Bunk, reminiscent of Grieg and Schumann. Karg-Elert's Acht Stücke, Op. 154, amply demonstrates the organ's colors. De Kort plays tow movements from Vierne's final work, the brooding Messe basse pour les defunts, Op. 62. The Andante with [seven] variations by Englishman Adrian Sebastian Shortley is reminiscent of Wesley. The manuscript was discovered by Mr. Kort in a secondhand Subbass pipe! Rhapsody on a ground by Heathcote Statham is a masterful, virtuosk work that surely deserves to be better known. Its 21 variations are reminiscent of Willan and Reger. While the performer, instrument, and repertoire on this recording may be relatively obscure, all are eminently worth hearing." (The American organist, januari 2007)